NEEM CONTACT OP

Ondersteuning voor PhotoRobot - Cameraconfiguratie

Om ervoor te zorgen dat de camera goed communiceert met de PhotoRobot Controls-app, ook wel CAPP genoemd, is het noodzakelijk om de camera dienovereenkomstig te configureren.

Opmerking: Aangezien PhotoRobot verschillende cameramodellen ondersteunt, beschrijft deze handleiding alleen algemene instellingen. 

Zorg er altijd voor dat u een cameramodel gebruikt uit de lijst met compatibele camera's van PhotoRobot. Deze omvatten recente DSLR- en spiegelloze Canon-cameramodellen. Het is echter altijd raadzaam om contact op te nemen met PhotoRobot voordat u een camera voor uw systeem aanschaft.

Sluit vervolgens bij het starten van de cameraconfiguratie alle andere programma's die verbinding maken met de camera en volg de onderstaande stappen.

Algemene camera-configuratie

In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een Canon-cameramodel configureert om via USB met CAPP te communiceren. Het is echter ook mogelijk om een camera via wifi aan te sluiten om foto's uit de hand te maken en automatisch nieuwe frames (close-ups, detailopnamen) toe te voegen aan de map met foto's.

Aansluiten op de computer

Om een camera aan CAPP toe te voegen, zet u eerst de camera aan en sluit u deze via USB aan op de computer. 

Eisen

1. Sluit de camera rechtstreeks aan op de USB-poort aan de pc-zijde.

2. Controleer nogmaals of de USB-poorten en USB-kabels compatibel zijn met USB 3.0.

3. Gebruik alleen USB-kabels die zijn afgeschermd en die voldoen aan de volgende parameters, afhankelijk van hun lengte:

  • Voor verlenging: Actieve USB-verlengkabel (gevoed) 5 m of 10 m
  • Voor directe aansluiting op de camera: USB-kabel tot 1 m

Belangrijk: Het wordt afgeraden om camera's via een USB-hub aan te sluiten.

Voeding

Het is aan te raden om de camera altijd van stroom te voorzien via de adapter (de zogenaamde 'dummy battery'). Op deze manier hoef je je niet constant zorgen te maken over het opladen en vervangen van de batterij tijdens fotoshoots.

De keuze van de voedingsadapter is ook afhankelijk van het cameramodel. (Blader door de Canon Store Power Adapters om de juiste adapter voor uw apparaat te vinden.)

Camera-instellingen

Voordat u de camera-instellingen configureert, moet u vervolgens de camera resetten. Dit helpt om alle camera-instellingen en aangepaste functies te wissen, zelfs als het apparaat helemaal nieuw is.

Notitie: De X0D- en X00D-cameraseries ondersteunen slechts enkele van de onderstaande parameters.

1. Zet de bovenste draaiknop in de handmatige stand.

2. Zet de cameralens in de autofocusmodus . Let op: Sommige Canon lenzen hebben een Focus / Control schakelaar. Selecteer in dit geval de waarde Controle. Zet vervolgens de stabilisator op de lens op UIT.

3. Stel Auto power off in op Uitschakelen.

4. Stel Live View-belichtingssimulatie in op Uitschakelen. Opmerking: Deze functie is niet algemeen beschikbaar, omdat slechts enkele ondersteunde camera's deze hebben.

5. Stel de aangepaste bedieningselementen in op de sluiterknop half indrukken en de meting en AF starten.

Flash-instellingen

Sommige instellingen kunnen voorkomen dat de camera de flitser activeert bij gebruik van studiolampen of een Speedlite. Als de flitser niet afgaat, controleer dan de volgende instellingen om er zeker van te zijn dat de flitser correct wordt geactiveerd.

1. Schakel flitsflitsen in de externe Speedlite-bediening in.

2. Als u een DSLR met livebeeld gebruikt, controleer dan of livebeeld niet voorkomt dat de flitser wordt geactiveerd. Als deze optie is ingesteld op Live View, is het mogelijk dat sommige camera's geen flits afgeven. Als u echter Canon Speedlite of een andere speciale flitser gebruikt, kan het werken. (Opmerking: als je een camera gebruikt die is gekoppeld aan EOS Utility en in Live View, zorgt EOS Utility er ook voor dat de flitser niet afgaat.)

3. Zorg er bij cameramodellen uit de EOS-R-serie voor dat u de elektronische sluitermodus niet gebruikt. Met uitzondering van EOS R3-modellen voorkomt de elektronische sluitermodus dat de flitser afgaat.

4. Schakel de stille sluiterfunctie uit als deze is ingeschakeld. Op sommige camera's schakelt de stille sluiterfunctie de elektronische sluitermodus in, waardoor het flitsen van de flitser wordt voorkomen.

Video filmen

Het opnemen van video is het enige geval waarin u een geheugenkaart in de camera moet gebruiken. 

Laat de camera hiervoor in de handmatige modus staan (zie "Algemene camera-instellingen", stap 1). De camera wordt dan automatisch overgeschakeld naar de juiste modus vanuit de PhotoRobot Controls-software. Voor meer informatie over het maken van video in de PhotoRobot Controls-app, zie de PhotoRobot Hoe maak je video-gebruikershandleiding.